e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreupel lam: Het woord kreupel wordt volgens de informant niet gebruikt.  lāōm (Tongeren) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
kreupel zijn lam: lǭm (Tongeren) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kribbebijter kribbebijter: kribǝbai̯.tǝr (Tongeren) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
kriel biest: bi.s (Tongeren  [(derde zeefsel)]  ), kriel: krī.l (Tongeren) Het op twee na fijnste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kriel grover dan boulté en fijner dan kortmeel. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ en ɛbuilmolenɛ. Een aantal molenaars (Q 95, Q 176, Q 188, Q 241) maakt geen onderscheid tussen de verschilende soorten die tussen ɛbloemɛ en ɛzemelenɛ worden aangetroffen. Zij die wel verschillende benamingen gebruiken, noemen kriel en biest datgene wat het dichtste bij meel staat.' [JG 1b; Vds 248; Jan 243; Coe 220; Grof 247; N O, 38e] II-3
krielkip kreukelhennetje: krȳkǝlhinǝkǝ (Tongeren), zinghennetje: zēhinǝkǝ (Tongeren) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen kat lopen: kat loöpa (Tongeren), katje lopen: kètsje laupe (Tongeren), /  ketje loupen (Tongeren), katje spelen: ketje spelen (Tongeren), ketsje speela (Tongeren), /  kêtsjë speelë (Tongeren), lopenskat spelen: /  lòupëskat speelë (Tongeren), nalopenskat spelen: Vgl. snaikat, bòumkat, hòukat.  nuò`lòupëskat (Tongeren), snijkat spelen: snijkat  snaaikat (Tongeren), soldaatje spelen: soldaeutsje speela (Tongeren), eu als in Fr. heure  soldeutje spelen (Tongeren), vangertje spelen: /  vangerke (Tongeren) / [SND (2006)] || Kinderspel: de kat loopt achter één der makkers om hem te prie:zë. || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
krijgertje spelen add. frot: Fròt, kóm mêr aut, brénk ënë jóngë zóon taus [Paul Musyck, pag. 5].  fròt (Tongeren) Kinderspel. III-3-2
krijgertje spelen add.: aantikken prijzen: Van Fr. pris(e) (prendre).  prīēzë (Tongeren) Bij een kinderspel een andere aanraken, deze neemt dan meestal de rol (van kat) over. III-3-2
krijt krijt: e stek wit kraait (Tongeren), e steuk wit kraait (Tongeren), e stèk wit krit (Tongeren), e stök wit kraait (Tongeren), krajt (Tongeren), krę̄.t (Tongeren) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] || Het krijt waarmee het aantal te malen kiloɛs en de naam van de klant op het molenbord worden genoteerd. In Q 88 telde de molenaar volgens de boeren wel eens teveel. Men noemde dat dubbel schrijven (dø̜bǝl šri.vǝ)(Coenen, pag. 178).' [Coe 246; Grof 277] II-3, III-3-1
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) jagen: joagen (Tongeren) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)] III-3-2