e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange neus lange neus: lang noas (Tongeren), snuit: snāūt (Tongeren), snōēt (Tongeren) een lange neus [ZND 39 (1942)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk, koker, kuit, gevel). [N 106 (2001)] III-1-1
lange onderbroek? caleon (fr.): kalsoŋ (Tongeren), kalso͂ŋ (Tongeren), Et. Fr. caleçon.  kalsóng (Tongeren), lange onderbroek: laŋ ondərbruk (Tongeren) lange onderbroek voor mannen || onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange overjas lange paletot (fr.): laŋə paltoͅ (Tongeren), winterkazak: cfr. wéntërkàzzàk én zómërpït.  wéntërkàzzàk (Tongeren) in de winter gedragen kàzzàk || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3
lange smalle broekzak metermaaltje: mētərmøͅlkə (Tongeren) zak, lange smalle ~ buiten op de rechter broekspijp waarin een lang mes e.d. wordt weggestoken [bokseschej] [N 23 (1964)] III-1-3
lange voorzijde van de mand voorkant: voorkant (Tongeren) Hoe heet verder in Uw dialect: lange voorzijde van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
langeafstandsvlucht fond: fond (Tongeren) lange afstandsvlucht (300 km of meer)? [N 93 (1983)] III-3-2
langen langen: Geven, niet tegen betaling, noch tegen ruil.  langen (Tongeren), Geven.  lankt (Tongeren), Overreiken.  lange (Tongeren) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2
langwagen langwagel: la.ŋkwǭ.gǝl (Tongeren) Vierwielige wagen, waarvan het voorste en het achterste asstel met elkaar verbonden zijn door een lange zware balk, de zogenaamde "langboom". De bak rust op drie ronblokken (zie dat lemma). Het achterstel bestaat uit een as, een asblok (zie dat lemma) en een rongblok. De langboom zit met een pin vast in het rongblok. Asblok en rongblok zijn op elkaar bevestigd. De twee achterste wagenarmen zorgen er samen met de langboom voor dat het achterstel onbeweeglijk is. Het voorstel bestaat uit een asblok, een middenblok en een rongblok. De bak rust op de rongblokken; de langboom en de voorste wagenarmen steken door het middenblok. Dwars door de drie blokken steekt een draaipin, waardoor het rongblok kan draaien boven de andere blokken. De dissel (zie dat lemma) zit geklemd tussen de voorste wagenarmen. De langwagen komt voornamelijk in Haspengouw, meer bepaald Droog-Haspengouw, voor. [N 17, 43c; N G, 51 + 70a; JG 1b + 1d] I-13
langwerpig wittebrood mik: meͅk (Tongeren) Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] III-2-3
langwerpige streep van voorhoofd tot neus bles: blęs (Tongeren), witte streep: witǝ str˙ēp (Tongeren) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9