e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notariskosten schrijfgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  šraifxeͅlt (Tongeren) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten afslaan boken: boika (Tongeren), boike (Tongeren), bwokə (Tongeren), rappe verbinding  boowoko (Tongeren) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
notenboom dikke-notenboom: -  dikke neujtebowm (Tongeren), notenboom: [Juglans regia]  neutëbòum (Tongeren), Uitgezeefd uit hazelaar.  neujtebowm (Tongeren) noteboom || okkernoot [DC 17 (1949)], [DC 17 (1949)] I-7
noveen noveen (<lat.): ne nóveen (Tongeren) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nylonkous nylon: nilon (Tongeren), nylonkous: `nil†v kou.sə (Tongeren), nilôôkòusë (Tongeren) nylonkousen [N 24 (1964)] || Vrouwenkousen [kousen, hosen] [N 114 (2002)] III-1-3
ochtend (vanmorgen ochtend: mergend (Tongeren), ochtend, morgen: (Eng. tomorrow)  mùr⁄⁄gë (Tongeren), mv.: -ë  mùrrënd (Tongeren), mùr⁄⁄gë(n)d (Tongeren), mv.: -ë (z.o. mùrrënd)  mùr⁄⁄gë(n)d (Tongeren), s voormiddags: s-vùrdënoens (Tongeren), voormiddag: vùrnōēn (Tongeren) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4
octaaf octaaf (<fr.): een octaaf (Tongeren), n òktaaf (Tongeren) Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)] III-3-3
oester oester: oe’stër (Tongeren), ó’stër (Tongeren) oester III-2-3
oeverzwaluw zwalmer: zwoͅiləmər (Tongeren) overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
offerande offerande (<fr.): de òfferande (Tongeren) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3