e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paling, aal paling: può’léng (Tongeren) paling III-4-2
palmboompje palmenboom: pàmëbòum (Tongeren) palmboom III-4-3
palmprocessie palmprocessie (<lat.): dUe palmprësessë (Tongeren) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmtakje: palmtekske (Tongeren) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen palmpje steken: a, b, c en d.  pêemkë stêekë (Tongeren) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmenwijding: dë palmewajjing (Tongeren) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmenzondag: Palmëzóndog (Tongeren), Ouder dan Palmëzóndag  Paamëzóndog (Tongeren) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pand van een weideperceel perceel: pǝrsēl (Tongeren) Gedeelte van een perceel weiland, of van weiland in het algemeen, dat zich bevindt tussen afwateringssloten. Het betreft uiteraard slechts laaggelegen weidegronden. [N 14, 61] I-8
pand, bed pand: pān (Tongeren), pɛ̄ ̝n (Tongeren  [(vroeger)]  ), paneel: pǝnēl (Tongeren  [(vroeger)]  ), perceel: de volgende opgaven zijn meervoud  pǝrsēlǝ (Tongeren) Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e] I-1
paneel paneel: pǝnēl (Tongeren) Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.] II-12