e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pater pater (lat.): de paôter (Tongeren), ne paoter (Tongeren), poͅ.tər (Tongeren) Een ordegeestelijke, lid van een orde of congregatie, een pater [paâter]. [N 96D (1989)] || pater [RND] III-3-3
patriarch aartsvader: nenaartsvojjer (Tongeren), patriarch: ne pátriárch (Tongeren) Een aartsvader, patriarch, patriark. [N 96D (1989)] III-3-3
patrijs patrijs: pëtrais (Tongeren), pətrais (Tongeren) patrijs || patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
patroon, dessin dessin: dǝseŋ (Tongeren), dɛsɛ̄ (Tongeren) Het voorbeeld op de patroontekening waarnaar geweven wordt, maar ook het resultaat daarvan in de stof, de tekening die daarin te voorschijn treedt. [N 62, 74a; N 62, 71c; MW] II-7
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): pátroon (Tongeren) Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
paus paus: de pouws (Tongeren), de pòus (Tongeren), po[ū}s (Tongeren), poͅus (Tongeren), ənə poͅus (Tongeren), ou zoals in mouw  de pous (Tongeren) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] || De paus. [ZND 40 (1942)] || Een paus. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
pauselijke zegen laatste zegen: de lèste zeegen (Tongeren) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauw pauw: pou̯ (Tongeren) I-12
peen, wortel poten: pote (Tongeren), wortelen: wòttël (Tongeren) wortel, peen I-7
peer, soorten clapps: klaps (Tongeren), kalebas: dikke lange peersoort  kallëbas (Tongeren), lgipont (fr.): léezjëpôo (Tongeren), philippe (fr.): flïp (Tongeren), smoutpeer: sappige soort peren  smàatpêer (Tongeren), tafelpeer: tòffëlpêer (Tongeren), winterpeer: wéntërpêer (Tongeren) peer (soort) I-7