e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijp rijp: ràà-ip (Tongeren) rijp [RND] III-2-3
rijp vormen, rijpen rijmen: raimë (Tongeren), t rɛmp (Tongeren), rijpen: t rɛmp (Tongeren) rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] || rijm, rijp, bevroren dauw of mist || vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, rijmx rijm: raim (Tongeren) rijm, rijp, bevroren dauw of mist III-4-4
rijshout, bonenstaak boonstaak: bonstaok (Tongeren), bóonstôok (Tongeren), erwtenrijs: êertërais (Tongeren) [ZND 23 (1937)]boonstaak || erwtenrijs I-7
rijst rijst: Oriza sativa L.  rais (Tongeren) rijst III-2-3
rijstebrij rijstpap: rai̯spap (Tongeren) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstevlaai: rai̯stəvlōͅi̯ (Tongeren) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijstvlaai rijstvlaai: Raisvlôi van mèt Van Dal  raisvlôi (Tongeren) rijsttaart III-2-3
rijtuig voiture: vu̯atȳr (Tongeren), vǝtyr (Tongeren) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rijtuig met twee paarden tweespan: twēspan (Tongeren) Benaming voor alle rijtuigen die door twee paarden getrokken worden, in plaats van door een. [N 101, 3 + 4; L 28, 34] I-13