e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 2

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
rijpen beginnen te rijzen:   rīpǝ (Ulestraten), bolrijs:   rīpǝ (Ulestraten), bronstig op andere koeien springen:   rīpǝ (Velden), fruit bewaren: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  reepen (Zichen-Zussen-Bolder), riepen (Kaulille), rieëpen (Kaulille), groeien:   rī.pǝ (Eupen, ... ), het voorrijzen in de trog:   rīpǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), nagisten:   rijpen (Arcen), ręjpǝ (Kerkom), rīpǝ (Maastricht), rijp vormen, rijpen:   t hat geriept (Eupen), t rɛmp (Tongeren), Nb. (z. korte "ie").  ’t haet geriept (Tegelen), versuikeren:   rę̄pǝ (Rummen), zuurtijd:   rīpǝ (Neeritter) I-11, I-4, II-1, II-2, II-6, III-2-3, III-4-4