25559 |
rijpen |
beginnen te rijzen:
rīpǝ (Q097p Ulestraten),
bolrijs:
rīpǝ (Q097p Ulestraten),
bronstig op andere koeien springen:
rīpǝ (L268p Velden),
fruit bewaren:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51
reepen (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
riepen (L316p Kaulille),
rieëpen (L316p Kaulille),
groeien:
rī.pǝ (Q284p Eupen, ...
Q192p Margraten),
het voorrijzen in de trog:
rīpǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
nagisten:
rijpen (L250p Arcen),
ręjpǝ (P180p Kerkom),
rīpǝ (Q095p Maastricht),
rijp vormen, rijpen:
t hat geriept (Q284p Eupen),
t rɛmp (Q162p Tongeren),
Nb. (z. korte "ie").
’t haet geriept (L270p Tegelen),
versuikeren:
rę̄pǝ (P107a Rummen),
zuurtijd:
rīpǝ (L321p Neeritter)
I-11, I-4, II-1, II-2, II-6, III-2-3, III-4-4
|
|