e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bolrijs aangaan: āngǭn (Nuth), bollerijs: bǫlǝrīs (Heythuysen), bolrijs: bǫlrīs (Ottersum), bolrijstijd: bǫlrīstīt (Bocholt), eerste rijs: īǝstǝ rīs (Voerendaal), gaan: goa (Gulpen), gōn (Maastricht), gǭn (Kwaadmechelen), joa (Bleijerheide), gaan laten: gǭǝ lǭǝtǝ (Eys), gaantijd: gø̜̄ntęjt (Genk), gǭntīt (Rekem), laten gaan: (men zegt) lǭt guǝn (Gronsveld), lø̜atǝ gø̜nǝ (Stein), lǫtǝ goa (Waubach), laten staan: lǭtǝ štǭn (Geleen), moeten aankomen: (het brood) mot ānkōmǝ (Noorbeek), moeten gaan: (het brood) mot gǭǝ (Noorbeek), mǫt gǭn (Melick), narijs: nǫjręjs (Mal), nǭrīz (Neerpelt), opgaan: (het broot) git ǫp (Stokrooie), opgujn (Oost-Maarland), rijpen: rīpǝ (Ulestraten), rijptijd: rīptīt (Rothem), rijstijd: rēstęjǝt (Munsterbilzen), rēstīt (Heerlen), rīstīt (Herten, ... ), rijzen: ręjzǝ (Maaseik), rīzǝ (Neeritter, ... ), tijd van gaan: tit vān gōǝwǝ (Wittem), tussenrijs: tø̜sǝrīs (Tegelen), tweede gisting: twēdǝ gɛ̄seŋ (Houthalen), voorgang: vȳrjaŋk (Kerkrade), voorrijs: vȳrrīs (Voerendaal), vø̄rręjs (Maastricht), vø̄rrīs (Hout-Blerick, ... ), vultijd: vøltējt (Lommel), vøltīt (Rekem) De rijsperiode na het opbollen. Bij de rijs op de bol moet men de bollen beschermen tegen afkoeling en tocht om te verhinderen dat de buitenkant der bollen uitdroogt (Schoep blz. 100). [N 29, 35c; N 29, 35a] II-1