e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig redig: rī.x (Tongeren), rīx (Tongeren, ... ), willig: welex (Tongeren), welǝx (Tongeren), wilǝx (Tongeren) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toegang tot akker afvaart: ǭf˲vǭt (Tongeren), kot: kūt (Tongeren), opvaart: op˲vǭt (Tongeren), vaart: vǭt (Tongeren) [N 11, 8] I-8
toegangsprijs entree (<fr.): de entree és eina frang (Tongeren), ⁄ne fraang entrée (Tongeren), ingang: den ingang is eine frang (Tongeren), ingangsprijs: de e⁄gangsprais is eine frang (Tongeren), inkom: den inkoom is eine frang (Tongeren) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1
toegangsweg naar het erf vaart: vǭrt (Tongeren), vǭt (Tongeren) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toestel waarin men kinderen leert lopen loopkorf: vroeger  dë làupkùrrëf (Tongeren), loopwagel: modern  dë lòupwôôgël (Tongeren) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 115 (2003)] III-2-2
toestemming toestemming: taustúmméng (Tongeren) toestemming III-1-4
toilet boutkeet: bòutkït (Tongeren, ... ), cabinet (fr.): kabəneͅt (Tongeren), toilet, w.c., plee  kabbënèt (Tongeren), cour (fr.): kōēr (Tongeren), Hè vüldën húm ni g؉d, hè és nuò¯dë k؉r  kōēr (Tongeren), huisje: hēͅskə (Tongeren), høͅskə (Tongeren), øskə (Tongeren), schijthuisje: sjaithêskë (Tongeren, ... ), šai̯thēͅskə (Tongeren), toilet: twaleͅt (Tongeren), w.c. Fr. toilette  twa’llèt (Tongeren), w.c.: wēsē (Tongeren), wéesée (Tongeren), wésée (Tongeren, ... ) \"kabinet\ || toilet || toilet, w.c. || toilet, w.c., plee || w.c. || wc || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tollen ronddraaien: ronddrêejë (Tongeren) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
tomaat tomaat: təmātə (Tongeren), [Solanum lycopersicum]  tómmat (Tongeren) tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
ton, maat van 1000 liter mud: (o.a. graanmaat, 20 kilo (vkt mln)  mùd (Tongeren) mud (vroeger inhoudsmaat) III-4-4