34414 |
ecthyma, zere bekjes, muilschurft |
langmuil:
laŋkmau̯l (Q162p Tongeren)
|
Een soms goedaardige, soms ook kwaadaardige aantasting van de slijmvliezen van de mondholte, waarbij op de lippen korsten ontstaan. [N 77, 62; N 19, 68; A 48a, 49]
I-12
|
18101 |
eczeem |
eczema:
ekzeemá (Q162p Tongeren)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
eid (Q162p Tongeren),
eit (Q162p Tongeren),
ēit (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
eed [ZND 23 (1937)] || een eed [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ei̯kjønkə (Q162p Tongeren),
èikhyùnkë (Q162p Tongeren)
|
eekhoorntje [ZND B2 (1940sq)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
blaren:
blwôre én z`n haan (Q162p Tongeren)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
sporen:
spuǫrǝ (Q162p Tongeren),
wrat:
vrat (Q162p Tongeren),
zweelwratten:
zwęlvratǝ (Q162p Tongeren)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
nen aofluòit verdiene (Q162p Tongeren)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
ën assëkrajskë (góin) haolë (Q162p Tongeren)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20145 |
een blauwtje lopen |
het is af:
’t és ôôf (Q162p Tongeren),
het is af tussen die twee:
’t és ôôf tùssë diej twee (Q162p Tongeren),
hij heeft zijn bon gekregen:
hê hèt zënë bóng gëkreegë (Q162p Tongeren),
ze heeft het afgemaakt:
zë hèt ’t ôôf gëmok (Q162p Tongeren)
|
Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: hij heeft een blauwtje gelopen. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking [N 115 (2003)]
III-2-2
|
31696 |
een boom omhakken |
kappen:
kapǝ (Q162p Tongeren),
omkappen:
ømkapǝ (Q162p Tongeren)
|
Een boom met behulp van een bijl omhakken. Zie ook het volgende lemma. [N 50, 10a; N 75, 113a; monogr.]
II-12
|