24143 |
europese kanarie |
chineesje:
sinekə (Q162p Tongeren)
|
kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23610 |
evangelie |
evangelie:
t évangeeli (Q162p Tongeren)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
balans:
blã.ns (Q162p Tongeren),
bála.ns (Q162p Tongeren),
schei:
šęi̯ (Q162p Tongeren),
warshout:
wię.shǫu̯.t (Q162p Tongeren),
warsschei:
więsšęi̯ (Q162p Tongeren),
wīǝ.sšei̯ (Q162p Tongeren)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
22485 |
fakkeloptocht |
lichtstoet:
Korte oe.
dë lichstoet (Q162p Tongeren)
|
een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20172 |
familie |
familie:
dë fëmilzjë (Q162p Tongeren)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
due fanfaar (Q162p Tongeren),
fű.̞fae̞:r (Q162p Tongeren),
Fr. fanfare.
fôfàar (Q162p Tongeren),
muziek:
Fr. musique.
mëzīēk (Q162p Tongeren)
|
2. Fanfare, harmonie. || een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] || Fanfare. || Fanfare: fanfare.
III-3-2
|
19142 |
fatsoenlijk |
convenabel:
Fr. convenable
daz es ⁄ne konvenôbele mins (Q162p Tongeren)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
19670 |
fauteuil |
zetel:
zêtël (Q162p Tongeren)
|
zetel
III-2-1
|
24144 |
fazant |
fazant:
fëzàant (Q162p Tongeren),
fəzānt (Q162p Tongeren)
|
fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22431 |
feest |
feest:
fés (Q162p Tongeren),
hət fes vərloep zonder dat do ein liteke gəzongə woint (Q162p Tongeren),
NB féstë: *feesten = aaien (v. dieren vgl. Lb. Id., pag. 25 s.v. aaien "Feesten is alleen gebruikt voor dieren die gefeest worden."(Vlijtingen).
fés (Q162p Tongeren)
|
Feest. || Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|