22436 |
gebruik |
gewente:
gewénte (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
gëwéntë (Q162p Tongeren)
|
Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] || Gewoonte.
III-3-2
|
22437 |
gebruiken met driekoningen |
driekoningen zingen:
drajkeuningë zéngë (Q162p Tongeren),
heilen:
Door sommige kinderen Nieuwjaar!
hèilë (Q162p Tongeren),
koningskoek:
Suikerkoek met n witte boon erin. Wie de boon heeft, is de koning.
keuningskoek (Q162p Tongeren)
|
(Al) zingend van deur tot deur spek gaan vragen op vooravond van Driekoningen (5 jan.). || de naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22830 |
gebruiken met nieuwjaar |
strummes (<wa.):
Et. uit het Wa. strème, ordt. streume étrenne (Haust, D.L., pag. 618 s.v.) (Gr., Q.E., nr. 20, pag. 55).
strúmmës (Q162p Tongeren)
|
Klein dun wafeltje dat bij Nieuwjaar aangeboden wordt aan de personen die aan huis komen nieuwjaar wensen.
III-3-2
|
19049 |
gedachte |
gedachte:
gëdêechtë (Q162p Tongeren)
|
gedachte
III-1-4
|
19248 |
gedenken; gedachtenis |
gedenken:
gëdénkë (Q162p Tongeren)
|
gedenken
III-1-4
|
24000 |
gedoopt worden |
gedoopt worden:
gedeup wiènne (Q162p Tongeren),
gedùp wjénne (Q162p Tongeren)
|
Gedoopt worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17545 |
gedrongen persoon |
ampeltje:
i.e. handvol
tes mer ən empəlkə (Q162p Tongeren),
halve cent:
i.e. halve cent
tes mer ən af seͅnt (Q162p Tongeren)
|
gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17546 |
gedrongen postuur |
gedrongen:
gedronge (Q162p Tongeren)
|
gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33915 |
gedrukt |
gedouwd:
gǝdau̯t (Q162p Tongeren),
gedrukt:
gǝdrø̜k (Q162p Tongeren)
|
Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b]
I-9
|
19046 |
geduld |
patience (fr.):
hèt toch peesjense (Q162p Tongeren)
|
Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|