23377 |
gewelfschildering |
muurschilderij:
en mōērsjilderaj (Q162p Tongeren),
plafondschilderij:
en plefóngsjilderaj (Q162p Tongeren)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23987 |
geweten |
conscintie (<fr.):
kònsjiënse (Q162p Tongeren),
geweten:
t geweete (Q162p Tongeren),
t gewete (Q162p Tongeren)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
26649 |
gewichten |
gewichten:
gǝwextǝ (Q162p Tongeren),
gewichtstenen:
gǝwixstejn (Q162p Tongeren)
|
De gewichten van de bascule moesten jaarlijks geijkt worden door een overheidsfunctionaris. Zie ook het lemma ɛijkenɛ. Elke molenaar had gewichten van 20, 10, 5, 2, 1 en 0,5 kg.' [Coe 261; Grof 286]
II-3
|
19264 |
gewillig |
gewillig:
gëwillig (Q162p Tongeren)
|
gewillig
III-1-4
|
33298 |
gewone melkdistel |
douwdissel:
ǫu̯desǝl (Q162p Tongeren),
douwdistel:
dǫu̯destǝl (Q162p Tongeren)
|
Sonchus oleraceus L. Een op bouwland, in moestuinen en wegbermen voorkomend onkruid met een penwortel, bleekgele tot gele bloempjes uit "buikige" korfjes in een scherm en met grof ingesneden dof- of grijsgroen, vaak paars aangelopen bladeren met een stekelige bladrand. Het wordt 30 tot 90 cm hoog en bloeit van juni tot de herfst.
I-5
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spø̜r (Q162p Tongeren)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
19135 |
gewoonte |
gewente:
gewênte (Q162p Tongeren),
mar.: van `wennen
gëwéntë (Q162p Tongeren)
|
gewoonte || Gewoonte. [Willems (1885)]
III-1-4, III-3-2
|
17564 |
gewricht |
gewricht:
e gevrich (Q162p Tongeren),
e gewriX (Q162p Tongeren),
gevricht (Q162p Tongeren),
gəvrix (Q162p Tongeren),
scharnier:
šərnir (Q162p Tongeren)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
21771 |
gezegde |
gezegde:
gezègdë (Q162p Tongeren)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "een vrolijke Frans", "met hart en ziel",...? [gezegde] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
17589 |
gezicht (spotnamen) |
bakkes:
bakkes (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
bakəs (Q162p Tongeren),
fysionomie:
fitəməs (Q162p Tongeren),
fītəməs (Q162p Tongeren),
gevel:
geͅvəl (Q162p Tongeren),
gezicht:
gəzix (Q162p Tongeren),
muil:
maul (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
mawl (Q162p Tongeren),
smikkel:
šmikəl (Q162p Tongeren),
smoel:
smul (Q162p Tongeren),
smūl (Q162p Tongeren),
snuit:
snūt (Q162p Tongeren)
|
gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)]
III-1-1
|