25440 |
bijl waarmee men het slachtvee klooft |
lange bijl:
laŋk bajl (Q162p Tongeren)
|
Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.]
II-1
|
21804 |
bijleggen |
bijzetten:
bajzètte (Q162p Tongeren)
|
extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
21102 |
bijten |
bijten:
1a-m
baiten (Q162p Tongeren)
|
bijten [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
22705 |
bikkel(s) |
bikkel:
/
bikkels (Q162p Tongeren),
dë bikkels (Q162p Tongeren),
kootje:
Dim. v. kóot (z. ald.).
keutsjë (Q162p Tongeren),
Sub kóot, (3) (dim.).
keutsjë (Q162p Tongeren)
|
/ [SND (2006)] || Bikkel (kinderspel: oorspr. kootbeentje). || Kootje, bikkel (uit spel).
III-3-2
|
22704 |
bikkelen |
bikkelen:
bikkele (Q162p Tongeren)
|
Bikkelen. [Willems (1885)]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren),
wang:
waŋ (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
bil (niet de dij, maar het achterdeel) [N 10b (1961)], [N 10b (1961)] || Een bil (bats, bil) [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9, III-1-1
|
22636 |
biljart |
biljart:
biljae̞:r (Q162p Tongeren),
Fr. billard.
bïljàar (Q162p Tongeren)
|
Biljart, biljarttafel en spel. || Billiard: Biljart.
III-3-2
|
21640 |
biljet van vijfhonderd frank |
baard:
ps. omgespeld volgens IPA.
bōͅt (Q162p Tongeren),
sluiswachter:
ps. omgespeld volgens IPA.
slauswa͂xtər (Q162p Tongeren)
|
500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34086 |
billen |
batsen:
batsǝ (Q162p Tongeren),
broek:
bruk (Q162p Tongeren)
|
Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112]
I-11
|
29408 |
binder |
binder:
bęnǝr (Q162p Tongeren)
|
Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.]
I-4
|