e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

Gevonden: 5750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijl waarmee men het slachtvee klooft lange bijl: laŋk bajl (Tongeren) Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.] II-1
bijleggen bijzetten: bajzètte (Tongeren) extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen] [N 112 (2006)] III-3-2
bijten bijten: 1a-m  baiten (Tongeren) bijten [ZND 21 (1936)] III-2-3
bikkel(s) bikkel: /  bikkels (Tongeren), dë bikkels (Tongeren), kootje: Dim. v. kóot (z. ald.).  keutsjë (Tongeren), Sub kóot, (3) (dim.).  keutsjë (Tongeren) / [SND (2006)] || Bikkel (kinderspel: oorspr. kootbeentje). || Kootje, bikkel (uit spel). III-3-2
bikkelen bikkelen: bikkele (Tongeren) Bikkelen. [Willems (1885)] III-3-2
bil bats: bats (Tongeren, ... ), wang: waŋ (Tongeren, ... ) bil (niet de dij, maar het achterdeel) [N 10b (1961)], [N 10b (1961)] || Een bil (bats, bil) [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9, III-1-1
biljart biljart: biljae̞:r (Tongeren), Fr. billard.  bïljàar (Tongeren) Biljart, biljarttafel en spel. || Billiard: Biljart. III-3-2
biljet van vijfhonderd frank baard: ps. omgespeld volgens IPA.  bōͅt (Tongeren), sluiswachter: ps. omgespeld volgens IPA.  slauswa͂xtər (Tongeren) 500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billen batsen: batsǝ (Tongeren), broek: bruk (Tongeren) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
binder binder: bęnǝr (Tongeren) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4