19625 |
verfkwast |
verfborstel:
vɛrǝf˱bosǝl (Q162p Tongeren)
|
Haarbundel die met behulp van touw, een ijzeren ring of een ijzeren of koperen bus aan een steel bevestigd is. De verfkwast wordt gebruikt voor het opbrengen en uitstrijken van verf. Het haar is meestal varkens- of runderhaar, voor speciale doeleinden ook dassehaar, marterhaar of eekhoornhaar. De invuller uit Q 111 noemt bovendien ook nog visotterhaar en runderoorhaar, dat gebruikt werd voor kwasten voor fijn werk. [N 67, 30a; N 67, 32; monogr.]
II-9
|
30735 |
verflaag |
couche:
kuš (Q162p Tongeren),
laag:
lwo ̞x (Q162p Tongeren)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
29579 |
verfpot |
verfpot:
[verf]po.t (Q162p Tongeren
[(meervoud: -pøt)]
)
|
Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(verf)-' het lemma 'Verf'. [N 67, 53a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrômmele (Q162p Tongeren)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeetmenitje (Q162p Tongeren),
vërgéetmënïtsjë (Q162p Tongeren)
|
vergeet-me-niet || vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vërgêetêtig (Q162p Tongeren)
|
vergeetachtig
III-1-4
|
19151 |
vergeten |
vergeten:
vërgêtë (Q162p Tongeren)
|
vergeten
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
zijg:
zāig (Q162p Tongeren),
test Sòp dùr dë zaig dün
zaig (Q162p Tongeren)
|
vergiet || vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vërgêevë (Q162p Tongeren),
vergiftigen:
vërgiftige (Q162p Tongeren)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
opsløn (Q162p Tongeren),
ps. omgespeld volgens IPA.
opsløn (Q162p Tongeren)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|