e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleien fletsen: Hé kan fletse (Tongeren), judassen: Hé kan judassen (Tongeren) Hij kan flikflooien (laag vleien, mouwstrijken, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-1
vleiwoord tot de zogende zeug kuus: kui̯š (Tongeren), stil: stil (Tongeren) Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c] I-12
vlekje op de neus vleesvlek: vlęi̯svlɛk (Tongeren) Witte aftekening tussen neusvleugels en bovenlip. [N 8, 27c] I-9
vlekziekte brand: brānt (Tongeren) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vleug schoor: šǭr (Tongeren) De richting waarin vezels of draden van een weefsel liggen. [N 59, 40a; N 62, 72; MW] II-7
vleugel vleugel: vleugel (Tongeren) Hoe heet de vleugel van een duif? [N 93 (1983)] III-3-2
vleugels in de wanmolen alpen: a.lǝpǝ (Tongeren) De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
vliegend ongedierte vliegjes: vlixskəs (Tongeren) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegennet net: nęt (Tongeren), paardsnet: pi̯atsnęt (Tongeren), vliegennet: vlīgǝnęt (Tongeren) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlieger papieren vogel: ənə pəpīrə vōgəl (Tongeren), I (P.M., 5), II, III  pëpīērë vógël (Tongeren), vlieger: /  vlieger (Tongeren), van papier of stof  dë vliegër (Tongeren) / [SND (2006)] || Een vlieger (Fr. cerf-volant). [ZND B1 (1940sq)] || Vlieger (uit papier). III-3-2