21149 |
vrachtwagen |
camion (fr.):
kamjôo (kamjőo) (Q162p Tongeren)
|
vrachtwagen
III-3-1
|
21398 |
vreemde (man) |
buitenlander:
buitenlander
bautëlendër (Q162p Tongeren),
vreemdeling:
vreemdeling
vrúmdëling (Q162p Tongeren)
|
Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
22133 |
vreemde duif die op het hok komt |
verdwaalde, een ~:
verdwaalde (Q162p Tongeren)
|
een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
32943 |
vregelpaal |
treuil (fr.):
tryl (Q162p Tongeren)
|
In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.]
I-3
|
32944 |
vregelstok |
vregelstek:
vrē̜gǝlštęk (Q162p Tongeren)
|
De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.]
I-3
|
20294 |
vriend |
kameraad:
kamərādə (Q162p Tongeren),
kaməroͅt (Q162p Tongeren)
|
vriend(in) [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
18852 |
vriendelijk |
vriendelijk:
vrïndëlik (Q162p Tongeren),
vrïntëlik (Q162p Tongeren)
|
vriendelijk || vrindelijk
III-1-4
|
25203 |
vriesweer |
droog (weer):
drø̄x (Q162p Tongeren),
koud (weer):
kát (Q162p Tongeren)
|
vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25200 |
vriezenx |
vezen:
correct overgenomen. ?? Stevens geeft vriezen
vaīzə (Q162p Tongeren),
vriezen:
vrīēzë (Q162p Tongeren)
|
vriezen || vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
23764 |
vrijdagavond |
vrijdagavond:
vrajdaag-wòvvënd (Q162p Tongeren)
|
De vrijdagavond. [N 96C (1989)]
III-3-3
|