e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterblaas waterblaas: wǫi̯tǝrblu̯oi̯s (Tongeren), wǫi̯tǝrblu̯ǫi̯s (Tongeren) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdamp, wasem damp: damp (Tongeren), domp: doemp (Tongeren), zwasem: zwôzëm (Tongeren) damp || dichte damp || wasem III-2-1
waterdichte laars waterstevel: woͅitərstīvəl (Tongeren) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
watergoot bij onderslagmolens kandel/kanjel: kǫnžǝl (Tongeren) De komvormige houten constructie waar het molenrad van onderslagmolens in draait, bestaande uit een bak met zijwanden die even breed als het rad en gedeeltelijk gerond is. Daardoor wordt de kracht van het water optimaal gebruikt. Bij veel molens werd de houten constructie in de loop van jaren vervangen door een betonnen gang. Zie ook afb. 71. [Vds 61; Jan 62; Coe 54; Grof 78] II-3
waterhoen waterhennetje: wōͅtərhinəkə (Tongeren) waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
waterketel, moor moor: mōr (Tongeren, ... ), waterketel: wōͅtərkeͅtəl (Tongeren) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterlossing sloot: sløt (Tongeren) Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22] II-4
watermolen watermolen: wętǝr[molen] (Tongeren), wǫtǝr[molen] (Tongeren) Een molen die aangedreven wordt door waterkracht. Al naar gelang de bouwwijze onderscheidt men drie molentypes: de bovenslagmolen, de onderslagmolen en de turbinemolen. Zie hiervoor respectievelijk de lemmata ɛbovenslagmolenɛ, ɛonderslagmolenɛ en ɛturbinemolenɛ. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 2; Jan 2; Coe 2; Grof 3; N O, 32j; monogr.; N D add.; N D, 2] II-3
watermunt munt: [Mentha aquatica]  mént (Tongeren), [Mentha]  múnt (Tongeren) munt || watermunt III-4-3
waterpeil peil: pajl (Tongeren), pęjl (Tongeren), waterpeil: wɛtǝrpęjl (Tongeren) [Jan 53; Coe 39; Grof 69; Grof 65] II-3