27168 |
zink |
zinc:
zē̜k (Q162p Tongeren),
zɛ̃k (Q162p Tongeren)
|
Blauwachtig-wit metaal dat in plaatvorm onder meer als dakbedekking wordt gebruikt. Vgl. het lemma "roevendak" in Wld ii.9, pag. 177. Wanneer het wordt verwarmd tot een temperatuur van 120 tot 1500 kan het worden gebogen, bijvoorbeeld tot pijpen, buizen en dakgoten. [N 64, 103 a-b; monogr.]
II-11
|
31189 |
zinkbewerker |
zingueur:
zɛkø̜r, zɛkø̜̄r (Q162p Tongeren
[(ook gebruikt als benaming voor de loodgieter)]
)
|
Ambachtsman die zink en blik verwerkt, dakgoten herstelt, etc. Een aantal opgaven kunnen mogelijk meer algemeen van toepassing zijn op een loodgieter. [N 64, 161b; L 34, 17a-b; monogr.; div.]
II-11
|
20039 |
zinnia (zinnia elegans jacq.) |
zinnia:
zïnjà (Q162p Tongeren)
|
Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens).
III-2-1
|
19680 |
zitbank |
bank:
ba.ŋk (Q162p Tongeren),
baŋk (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren),
(zit)bank verkl.w.: bênkskë
bànk (Q162p Tongeren)
|
bank [ZND A1 (1940sq)], [ZND A2 (1940sq)] || zitbank
III-2-1
|
34083 |
zitbeenderen |
zitbenen:
zetbęi̯n (Q162p Tongeren)
|
Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c]
I-11
|
22081 |
zitplaats van de duif |
klamsol:
klamsol (Q162p Tongeren),
plankje:
plankske (Q162p Tongeren)
|
de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17827 |
zitten |
zitten:
zita (Q162p Tongeren),
zitə (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren)
|
zitten [ZND 46 (1946)], [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
18198 |
zitvlak van een broek |
bodemstuk:
syn. kónt.
bòimstùk (Q162p Tongeren),
kont:
koͅnt (Q162p Tongeren),
kruis:
krais (Q162p Tongeren)
|
[bodemstuk] || zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19240 |
zo eenvoudig als ... |
zo simpel als goedendag:
t es zoo simpel as goeien daag (Q162p Tongeren),
zo simpel als het groot is:
t es zoo simpel at t groot es (Q162p Tongeren)
|
Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
33721 |
zoden afsteken |
afsteken:
āfstē̜kǝ (Q162p Tongeren)
|
Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b]
I-8
|