| 20372 |
bruidssluier |
sleep:
de slùip van de braud (Q162p Tongeren),
sluier:
de sluier (Q162p Tongeren),
trane (fr.):
de traine (Q162p Tongeren)
|
de sluier van de bruid, trouwsluier [sleuer] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 20375 |
bruidsstoet |
suite (fr.):
de swit (Q162p Tongeren)
|
de bruidsstoet [broeds-tsoch] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 20390 |
bruiloft |
bruiloft:
braulof (Q162p Tongeren),
də brauləf (Q162p Tongeren),
1a-m; 22, 29b;
braulof (Q162p Tongeren),
trouwfeest:
t trouwfés (Q162p Tongeren)
|
bruiloft [ZND 01 (1922)] || de bruiloft, het huwelijksfeest [hoeëchtsiet] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 18364 |
bruine gebreide dameskous |
gestrikte vrouwluikous:
gəstrikdə vrouləkou.sə braun (Q162p Tongeren)
|
dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 34138 |
brullen |
brullen:
brylǝ (Q162p Tongeren)
|
Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
| 34072 |
brulse koe |
brul:
bryl (Q162p Tongeren)
|
Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b]
I-11
|
| 34196 |
brulziekte |
brul:
bryl (Q162p Tongeren),
brul zijn:
(de koe is) bryl (Q162p Tongeren)
|
Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C]
I-11
|
| 19818 |
buffetkast |
commode:
zonder bovenstuk
kòmmóod (Q162p Tongeren)
|
oud beukenbuffet
III-2-1
|
| 25116 |
bui, regenbui |
bui:
bāj (Q162p Tongeren),
dras:
dràsj (Q162p Tongeren),
schoer:
choer (Q162p Tongeren)
|
bui, regen [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || bui, regenbui
III-4-4
|
| 17634 |
buik |
buik:
bauk (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren),
bawk (Q162p Tongeren),
buk (Q162p Tongeren),
pens:
pę.ns (Q162p Tongeren)
|
buik [N 10b (1961)] || de buik [ZND 29 (1938)] || Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41]
I-9, III-1-1
|