e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongerlo

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vagina, geslachtsorgaan van de merrie vazel: vā.zǝl (Tongerlo) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vallen vallen: valə (Tongerlo), [~an]  vallen (Tongerlo) vallen [ZND m] III-1-2
van veren wisselen ruizelen: ri.zǝlǝ (Tongerlo) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
varen varen: vārə (Tongerlo, ... ) varen [ZND m] III-3-1
varken varken: vɛ.rkǝ (Tongerlo) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lęi̯.pǝr (Tongerlo), scheut: šīǝ.t (Tongerlo), schoot: šūi̯ǝ.t (Tongerlo) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten masten: mastǝ (Tongerlo) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensvet harstenvet: van spek  harstəveͅt (Tongerlo), vet: veͅt (Tongerlo) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen keutelen: kīǝ.tǝlǝ (Tongerlo) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vat vat: vā.t (Tongerlo  [(18 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3