e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een kater hebben een kater hebben: eine kater hebbe (Tungelroy), ne kater hebbe (Tungelroy) kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3
een keldergewelf maken gewelf metselen: gǝwęlǝf mętsǝlǝ (Tungelroy) Wanneer men een kelder van troggewelven wil voorzien, worden er eerst van muur tot muur ijzeren profielbalken gelegd op een onderlinge afstand van 1,5 m. Tussen de balken worden vervolgens de gewelven gemetseld, waarbij als tijdelijke steun een formeel wordt gebruikt. [N 32, 20c; monogr.] II-9
een kruisje geven een kruisje geven: kruuske gaeve (Tungelroy) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken brood zengelen: broed zengele (Tungelroy), de mik kruisen: mik kruuse (Tungelroy) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: kruus make (Tungelroy), zich zengele (Tungelroy) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een kuil graven dabben: dabbe (Tungelroy), graven: grave (Tungelroy, ... ) kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2
een lastig karakter hebbend lastig: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  lastig (Tungelroy), nies: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  nies (Tungelroy) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
een lelijk gezicht trekken (een) lelijk gezicht trekken: ein līēlik gezicht tréékke (Tungelroy), (een) snuit trekken: ein snōēt tréékke (Tungelroy), greizen: cf. WNT V, kol. 755-756 s.v. "grijzen (II)"op iemand grijzen, er een verachtelijk en een leelijk gezicht tegen trekken  greize (Tungelroy), zuur kijken: zoor kieke (Tungelroy) berispen, een standje geven || grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een list gebruiken add. truc (zn.): truk (Tungelroy) Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)] III-3-2
een miskraam krijgen de kar is opgeslagen: de kèr ès opgeslaage (Tungelroy), de kar opslaan: ker opslaon (Tungelroy, ... ) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] || Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] || werd gezegd als het meisje zwanger was i.v.m. miskraam III-2-2