id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
19216 | greizen | een lelijk gezicht trekken: cf. WNT V, kol. 755-756 s.v. "grijzen (II)"op iemand grijzen, er een verachtelijk en een leelijk gezicht tegen trekken greize (Tungelroy), lastig zijn: cf. WNT V, kol. 755-756 s.v. "grijzen (II)"op iemand grijzen, er een verachtelijk en een leelijk gezicht tegen trekken greize (Thorn), treiteren: graze (Grubbenvorst) III-1-4 |