e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereedschap waarmee men invet lapje: lapje (Tungelroy) De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b] II-1
gereedschapskist, gereedschapszak getuigbak: gǝtȳx˱bak (Tungelroy), getuigkist: gǝtȳxkęst (Tungelroy) De kist of zak waarin het gereedschap wordt opgeborgen als de timmerman op karwei gaat, bijvoorbeeld om een kapconstructie te plaatsen. [N 55, 179b; monogr.] II-12
gering aantal, een paar enkele: eenkele (Tungelroy), paar: paar (Tungelroy, ... ), (pèèrke-paare).  paar (Tungelroy), stel: (stèèlke-stèèl).  stèèl (Tungelroy) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] || paar, stel van twee III-4-4
geronnen melk zure melk: zōr mɛlk (Tungelroy) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerookt spek gerookt spek: geruiktj spek (Tungelroy) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerookte paling paling: paoling (Tungelroy) panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)] III-2-3
geruite jurk geruit kleed: geroetj kleid (Tungelroy), geruiterd kleed: geroetutj kleid (Tungelroy), ruitjeskleed: ruutjeskleid (Tungelroy) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geschenk cadeau (fr.): kedo (Tungelroy), geschenk: gesjink (Tungelroy) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1
geschifte steen schaal: šāl (Tungelroy) Metselsteen die op zijn smalle kant in de lengte doormidden is gehakt. Zie ook afb. 29. [N 31, 19e; monogr.] II-8
geschreeuw van leeuweriken fluiten: fluite (Tungelroy) het geschreeuw van leeuweriken (kreeuwen) [N 83 (1981)] III-4-1