e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landstreek contrei: contrei (Tungelroy), kontreije (Tungelroy), streek: streek (Tungelroy) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] III-4-4
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dȳ.vǝlshǭ.r (Tungelroy) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
lang schortlint lint: leêntj (Tungelroy), lintje: lintje (Tungelroy), snoer: snōōr (Tungelroy) lint || linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange bouwladder schouwleider: šǫwlęjǝr (Tungelroy), steigerleider: [steiger]lęjǝr (Tungelroy) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9
lange broek lange boks: lang boks (Tungelroy), lang bóks (Tungelroy) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange dunne boom iele (boom): WLD  iele (boum) (Tungelroy) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak bonenstaak: WLD  (bōēnestaak) (Tungelroy), gard: WLD  gaert (Tungelroy) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange kleurige herenkous strump: strump (Tungelroy) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange neus stompneus: stompnaas (Tungelroy) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange onderbroek? lange onderboks: lang ongerboks (Tungelroy), lang ongerbóks (Tungelroy), lang óngerbóks (Tungelroy) Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3