e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poetslap toewel: is dit het E. towel? (T.W.)  tuu̯əl (Tungelroy) poetslap, vod III-2-1
poetsmiddel poets: poets (Tungelroy) Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)] III-2-1
pofbroek plusfour (<eng.): plusfaor (Tungelroy), pofboks: pófbóks (Tungelroy) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen op de pof kopen: [kopen / gelden op basis van lemma kopen, rk]  op de pof (Tungelroy), op de pòf (Tungelroy), poffen: poffe (Tungelroy), pòffe (Tungelroy) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
pofmouw pofmouw: pofmoew (Tungelroy, ... ) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig mottig: mottig (Tungelroy) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken rakelen: raokele (Tungelroy), roakele (Tungelroy), rōͅkələ (Tungelroy, ... ) Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken, rakelen || rakelen, poken III-2-1
politieagent bode: booj (Tungelroy), gendarme (fr.): sjinderm (Tungelroy) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pollepel pollepel: pollepel (Tungelroy), potlepel: potlepel (Tungelroy, ... ), poͅtlēpəl (Tungelroy), soeplepel: sopleepel (Tungelroy), soplepel (Tungelroy), soͅplēpəl (Tungelroy) Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] || lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel || soeplepel III-2-1
polsmof mof: mof (Tungelroy, ... ) polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3