e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig redig: rēex (Tungelroy, ... ), rinds: rens (Tungelroy), rits: rets (Tungelroy, ... ), rēts (Tungelroy, ... ), ritsig: retsex (Tungelroy), stierig: stīrex (Tungelroy), tochtig: tøxtex (Tungelroy), tø̜̄xtex (Tungelroy), tø̜xtex (Tungelroy) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toegang tot akker doorvaart: dōrvārt (Tungelroy), vekensgat: vēkǝs˲gāt (Tungelroy) [N 11, 8] I-8
toegangsprijs entree (<fr.): entree (Tungelroy), intree (Tungelroy) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toegangsweg naar het erf opvaart: ǫp˲vārt (Tungelroy) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toekruid, algemeen kruid: WLD  kro͂e͂t (Tungelroy) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toepen (kaartspel) toepen: toepe (Tungelroy, ... ) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toeslag opgeld: opgeldj (Tungelroy), schrijfgeld: sjriefgeldj (Tungelroy) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] III-3-1
toestel waarin men kinderen leert lopen loopkorf: loupkörf (Tungelroy), loopwagen: loupwage (Tungelroy) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
toestemming toestemming: toestumming (Tungelroy) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4
toilet huisje: hy(3)̄skə (Tungelroy), hyskə (Tungelroy) wc || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1