e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinmelde melde: WLD  (melde) (Tungelroy), melie: WLD  melië (Tungelroy) Tuinmelde; (attriplex hortensis) een eenjarig kruid met hartvormige onderste en langwerpige middelste bladeren; vroeger als groente en specerij gebruikt (malum, manne, mel). [N 82 (1981)] I-7
tuinmuur muur: mōr (Tungelroy), tuinmuur: tūnmōr (Tungelroy), tuinwand: tȳnwantj (Tungelroy) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tuit tuit: tuit (Tungelroy), tuitel: tuitel (Tungelroy), tøͅi̯təl (Tungelroy) tuit || tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tulband tulband: tulbandj (Tungelroy), Syst. WBD  tulbantj (Tungelroy), turkse muts: Syst. WBD  törkse möts (Tungelroy) Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)] III-2-3
tulp tulp: tölp (Tungelroy) Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende knol- en bolgewassen: tulipa (tulp) [N 73 (1975)] III-2-1
tureluur tureluur: tuureluur (Tungelroy), tuurelûûr (Tungelroy) tureluur || tureluur (28 minder algemeen dan grutto [111]; lijkt wel een kleine bruine uitgave ervan met rode pootjes en snavel; roep [tuu-tu-tu] en [teluuje, teluuje] [N 09 (1961)] III-4-1
turfhekken hekken: hękǝ (Tungelroy  [(mv hękǝs)]  ) Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c] I-13
turfspa bollespade: bōlǝspāj (Tungelroy), peelspade: pilspāj (Tungelroy), spa(de): spāj (Tungelroy) Afhankelijk van de plaats de gebruikelijke schop om turf te steken. In het algemeen een schop met een blad zo breed als een turf breed is en lang als een turf lang is of kan zijn. [N 18, 17; I, 55; monogr.] II-4
tussenklauwontsteking slak: slɛk (Tungelroy) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
twee centiem belse cent: belse sent (Tungelroy) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1