e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wisboom dekboom: dęk˱bǫwm (Tungelroy) De zware paal die met haken aan de panlatten opgehangen wordt en waarop de strodekker staat tijdens het dekken. [N F, 18] II-9
wispelturig wispelturig: wispelteurig (Tungelroy), wispelturig (Tungelroy) steeds veranderend van stemming en doelstelling [hobbeleurig, wispelturig] [N 85 (1981)] III-1-4
wisselen omzetten: omzètte (Tungelroy), verwisselen: verwissele (Tungelroy), wisselen: wissele (Tungelroy) onderling veranderen; het een voor het andere nemen of geven (bijv. voor plaats) [wisselen, omzetten] [N 91 (1982)] III-4-4
wisselen van tanden breken: brēkǝ (Tungelroy), brē̜kǝ (Tungelroy), wisselen: wesǝlǝ (Tungelroy) [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11
wisselvallig weer grillig weer: grellig waer (Tungelroy), krikkel weer: krikkel waer (Tungelroy), kwakkel: kwakkel (Tungelroy), kwakkelen: kwakkele (Tungelroy), onvast weer: onvast (Tungelroy), regenachtig (weer): rengelechtig (Tungelroy), t weer staat te luimen]: loorechtig (Tungelroy), loorechtig wéér (Tungelroy), zwakke lucht: zwake locht (Tungelroy) lucht die regenachtig weer betekent [treuzellucht] [N 81 (1980)] || lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] || niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] || onbestendig weer || wisselvallig weer III-4-4
wit van het ei wit: wet (Tungelroy) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
wit zand, stooizand wit zand: wit zandj (Tungelroy), witte zand: witte zandj (Tungelroy), zand: zandj (Tungelroy) De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)] III-2-1
witlof witlof: witlof (Tungelroy) Hoe noemt u: Brussels witlof (cichorium intybus - fam. compositae) [N 71 (1975)] I-7
witte aalbes witte beren: mv: -e  witte beere (Tungelroy) [DC 13 (1945)] I-7
witte abeel beel: bèèl (Tungelroy), WLD  bail (Tungelroy), belenboom: bèèlebaum (Tungelroy), canada: WLD  canada (Tungelroy) abeel || De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)] III-4-3