| 25451 |
worstvlees en -vet kleinmaken |
kappen:
kapǝ (L318b Tungelroy),
malen:
mālǝ (L318b Tungelroy)
|
Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.]
II-1
|
| 24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
wortel (L318b Tungelroy),
WLD
wortel (L318b Tungelroy)
|
Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel ve plant
III-4-3
|
| 20605 |
wortelenstamppot |
moerenpotage:
moeërepetaasie (L318b Tungelroy)
|
hutspot van wortelen en aardappelen
III-2-3
|
| 20733 |
wortelenvlaai |
moerenvlaai:
mōērevlaai (L318b Tungelroy),
Syst. WBD
moerevlaaj (L318b Tungelroy)
|
Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 33718 |
wortelklomp van een struik |
boks:
boks (L318b Tungelroy),
stronk:
strōŋk (L318b Tungelroy)
|
[N 27, 9c]
I-8
|
| 33720 |
wortels rooien |
uitdoen:
ūtdōn (L318b Tungelroy)
|
Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c]
I-8
|
| 33563 |
worteltje |
hete pootjes:
heite piekes (L318b Tungelroy),
moortjes:
muurkes (L318b Tungelroy)
|
De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)]
I-7
|
| 20917 |
wrang |
wrang:
vrang (L318b Tungelroy),
vraŋ (L318b Tungelroy)
|
lettl. zo wrang als een zuurdesem || Wrang is een besmettelijke uierontsteking van droogstaande weidedieren. De ziekte treedt op in de zomermaanden, meestal bij meer dieren tegelijk in een weide. Eén of meer uierkwartieren veretteren. Het zieke kwartier zwelt, voelt hard en warm aan en is zeer pijnlijk. Het uiervocht is dun en vloeibaar van een gele of grauwe kleur, meestal echter dik en bruinachtig. De oorzaak is de gewone etterbacterie. Niet altijd worden wrang en mastitis scherp van elkaar onderscheiden. [N 52, 6a; A 48A, 11a; monogr]
I-11, III-2-3
|
| 18117 |
wrat |
wrat:
vrat (L318b Tungelroy)
|
wrat
III-1-2
|
| 17679 |
wreef |
wreef:
vrief (L318b Tungelroy)
|
wreef
III-1-1
|