32772 |
dwarsbalkjes, egscheien |
scheien:
šęi̯ǝ (L318b Tungelroy)
|
De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.]
I-2
|
23356 |
dwarsbeuk |
kruis:
kruus (L318b Tungelroy)
|
Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19345 |
dwarsdrijver |
warserik:
waeserik (L318b Tungelroy),
warskop:
waerskop (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
wéérskop (L318b Tungelroy)
|
dwarskop || dwarskop, dwarsligger || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33326 |
dwarsstuk van de t-vormige hoeve |
kruk:
krøk (L318b Tungelroy)
|
Bedoeld is het bouwdeel waarin zich het woongedeelte bevindt; dit kan eventueel ook het woongedeelte van de L-vormige bouw zijn. Zie de toelichting bij het lemma "L-vormige hoeve" (1.2.2). Vergelijk ook kaart 4 en afbeelding 4. [N 4A, 2d]
I-6
|
18802 |
dwaze streek |
stommiteit:
stŏmiteit (L318b Tungelroy)
|
een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18904 |
dwaze, onbezonnen daad |
stomme trek:
stommetrèk (L318b Tungelroy)
|
een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯l (L318b Tungelroy)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯lə (L318b Tungelroy)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwing (L318b Tungelroy),
dwinge (L318b Tungelroy)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
ode kolōnj (L318b Tungelroy),
onjeklonj (L318b Tungelroy)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|