20508 |
een kater hebben |
een kater hebben:
eine kater hebbe (L318b Tungelroy),
ne kater hebbe (L318b Tungelroy)
|
kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30125 |
een keldergewelf maken |
gewelf metselen:
gǝwęlǝf mętsǝlǝ (L318b Tungelroy)
|
Wanneer men een kelder van troggewelven wil voorzien, worden er eerst van muur tot muur ijzeren profielbalken gelegd op een onderlinge afstand van 1,5 m. Tussen de balken worden vervolgens de gewelven gemetseld, waarbij als tijdelijke steun een formeel wordt gebruikt. [N 32, 20c; monogr.]
II-9
|
23755 |
een kruisje geven |
een kruisje geven:
kruuske gaeve (L318b Tungelroy)
|
Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23707 |
een kruisje op het brood maken |
brood zengelen:
broed zengele (L318b Tungelroy),
de mik kruisen:
mik kruuse (L318b Tungelroy)
|
Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23706 |
een kruisteken maken |
n kruus maake:
kruus make (L318b Tungelroy),
zich zengele (L318b Tungelroy)
|
Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17887 |
een kuil graven |
dabben:
dabbe (L318b Tungelroy),
graven:
grave (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19112 |
een lastig karakter hebbend |
lastig:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
lastig (L318b Tungelroy),
nies:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
nies (L318b Tungelroy)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19216 |
een lelijk gezicht trekken |
(een) lelijk gezicht trekken:
ein līēlik gezicht tréékke (L318b Tungelroy),
(een) snuit trekken:
ein snōēt tréékke (L318b Tungelroy),
greizen:
cf. WNT V, kol. 755-756 s.v. "grijzen (II)"op iemand grijzen, er een verachtelijk en een leelijk gezicht tegen trekken
greize (L318b Tungelroy),
zuur kijken:
zoor kieke (L318b Tungelroy)
|
berispen, een standje geven || grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)]
III-1-4
|
22566 |
een list gebruiken add. |
truc (zn.):
truk (L318b Tungelroy)
|
Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20178 |
een miskraam krijgen |
de kar is opgeslagen:
de kèr ès opgeslaage (L318b Tungelroy),
de kar opslaan:
ker opslaon (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] || Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] || werd gezegd als het meisje zwanger was i.v.m. miskraam
III-2-2
|