e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
endeldarm kakdarm: kakderm (Tungelroy) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engel engel: ingel (Tungelroy) Een engel [ingel, èngel]. [N 96D (1989)] III-3-3
engel des heren engel des heren: ingel des heren (Tungelroy) Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)] III-3-3
engelbewaarder engelbewaarder: ingelbewaarder (Tungelroy) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engelenmis engelenmis: ingelemès (Tungelroy) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekworm: spèkworrem (Tungelroy), WLD  spekworm (Tungelroy) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] || meikeverlarve III-4-2
enig kind enigst kind: einigst kindj (Tungelroy), koekoek: koekoek (Tungelroy) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enten enten: met oog onder de bast  ênte (Tungelroy), gruffelen: takje met ebn driehoekig onderstukje op stam zetten  grôffele (Tungelroy), loten: loote (Tungelroy) enten || enten, loten I-7
envelop envelop (<fr.): envelop (Tungelroy, ... ) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie epidemie: epedimie (Tungelroy) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2