30518 |
gespreid dak |
spreiddak:
sprɛjdāk (L318b Tungelroy)
|
Strooien dak waarbij de schoven van alle deklagen met de boveneinden naar beneden zijn gericht. [N F, 46b]
II-9
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
densleger:
dęnslē̜ ̞gǝr (L318b Tungelroy),
denstamp:
denstamp (L318b Tungelroy)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
borst:
bórst (L318b Tungelroy),
plastron (fr.):
plastron (L318b Tungelroy)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23515 |
gestichte mis |
stichting:
stichting (L318b Tungelroy)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18543 |
gestreepte broek |
streepboks:
streep boks (L318b Tungelroy),
strepen boks:
Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
strepe bóks (L318b Tungelroy)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22404 |
getalzijde van een geldstuk |
kont:
kontj (L318b Tungelroy),
munt:
muntj (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18828 |
getob; tobben |
gesukkel:
gesukkel (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20369 |
getuige |
getuige:
getuuge (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || getuige || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-2-2, III-3-1
|
20388 |
getuige zijn |
bronken:
broonke (L318b Tungelroy),
getuigen:
getuuge (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] || getuigen
III-2-2
|
21725 |
getuigenis |
getuigenis:
getuugenis (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|