e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heizode heiris: hęi̯res (Tungelroy), vlik: vlek (Tungelroy) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8
hek aan de ingang van een wei hek: hęk (Tungelroy), poort: port (Tungelroy), vekensgat: vēkǝsxāt (Tungelroy), weipoort: węi̯port (Tungelroy) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hek, hekwerk hek: hek (Tungelroy), hekken: hekke (Tungelroy), tuin: tōēen (Tungelroy), de plaats die omheind is  tōēn (Tungelroy) Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] III-2-1
hekken latten: latǝ (Tungelroy) Algemene benaming voor alle aan de roede bevestigde langse en dwarse latten bijeen: het geheel van zomen en hekscheien. Zie ook afb. 37. [N O, 2a; N O, 6b; A 42A, 66; Sche 33; monogr.] II-3
hel hel: hèl (Tungelroy) De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)] III-3-3
helemaal, geheel en al heel: hieël (Tungelroy), Vb. - gè kontj t hieël hèbbe! (je mag het allemaal hebben, je mag alles hebben!). - ich hèb de hieël raame oope gezatj! (ik heb alle ramen opgengezet!).  hieël (Tungelroy), uit en ter na: oet en ternoa (Tungelroy) helemaal, geheel en al III-4-4
helpen helpen: helpe (Tungelroy) helpen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
hemel hemel: heemel (Tungelroy) De hemel [himmel, heemel]. [N 96D (1989)] III-3-3
hemelvaartsdag hemelvaart: hemelvaart (Tungelroy), hemelvaartsdag: hemelvaartsdaag (Tungelroy), onze-heer-hemelvaartsdag: s hierehemelvaartsdaag (Tungelroy) Hemelvaart, Hemelvaartsdag [Hiemelvaart, Himmelvaatsdag, Himmelvaat, Kriste hiemmelvaat]. [N 96C (1989)] III-3-3
hen met kuikens brok: brok (Tungelroy) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12