e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huivering huivering: huuvering (Tungelroy) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
hul hul: höl (Tungelroy), betekenis: muts als in 39c  höl (Tungelroy) hul, höl, hulmuts, in de betekenis van hoofddeksel; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || kapje van non, hul, neepjesmuts III-1-3
hulp vragen helpen: helpe (Tungelroy) iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)] III-3-1
hulp, bijstand hulp: hulp (Tungelroy, ... ) de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)] III-1-4
hulst hulst: höls (Tungelroy), WLD  höls (Tungelroy), höls(t) (Tungelroy) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] || hulst III-4-3
huppelen huppelen: huppele (Tungelroy) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hurken (zich) hukken: hoeke (Tungelroy, ... ), hoêke (Tungelroy), op zijn hukje gaan zitten: óp zien hūūkske gaon zitte (Tungelroy) hurken || hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
hutselen schudden: sjøͅdə (Tungelroy) Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huwelijk trouw, de -: trouw (Tungelroy) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
huwelijksafkondigingen roepen: de roope (Tungelroy) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3