19453 |
kamerstoel |
kakstoel:
kakstool (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
Klein draagbaar gemak in de vorm van een stoel (gemakstoel, kakstoel, kamerstoel, kakkedoor, stilletje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24509 |
kamille (alg.) |
kamille:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
kamille (L318b Tungelroy),
Uitspraak o.g.v. vraag 002 . Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
kumille (L318b Tungelroy),
stinkbloem:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
stinkbloom (L318b Tungelroy)
|
gele kamille [DC 50 (1975)] || kamille [DC 50 (1975)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)]
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
kammezool (L318b Tungelroy),
betekenis: halfhemd voor mannen, in winter gedragen
kamizool (L318b Tungelroy),
betekenis: onbekend
kamizool (L318b Tungelroy)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || kamizool, tricot vrouwenhemd
III-1-3
|
18724 |
kammen |
kammen:
toe ig ⁄t woej keime ging miene kamp kapot (L318b Tungelroy)
|
Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|
22336 |
kampen |
kampen:
kampe (L318b Tungelroy),
kavelen:
kavele (L318b Tungelroy)
|
Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24704 |
kamperfoelie |
kamperfoelie:
-
kamperfoelie (L318b Tungelroy),
memmenzuikertjes:
memmezuûkerke (L318b Tungelroy),
-
memmezuûkerkes (L318b Tungelroy),
sokkermemmen (suiker-):
sòkkermemme (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
-
sòkkermemme (L318b Tungelroy),
zuikertjes:
zuûkerke (L318b Tungelroy),
-
zuûkerke (L318b Tungelroy)
|
kamperfoelie [DC 60a (1985)] || kamperfoelie, bloem van || kamperfoeliebloem
III-4-3
|
21173 |
kanaal |
kanaal:
kanaal (L318b Tungelroy),
kenaal (L318b Tungelroy),
knaal (L318b Tungelroy)
|
een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] || vaart: Die vaart, dat meer is ondiep (met vaart wordt bedoeld een water dat ter bevaring dient....) [DC 20 (1951)]
III-3-1
|
20599 |
kandeel |
slemp:
bij verkoudheid
sle͂mp (L318b Tungelroy)
|
kandeel; Hoe noemt U: Warme drank bereid uit wijn (bier, melk) met eierdooiers, suiker en kaneel, al of niet met wittebrood (kandeel, zuipen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23431 |
kandelaar op het altaar |
kaarsenluchter:
kerseluchter (L318b Tungelroy),
kandelaar:
kandelaer (L318b Tungelroy)
|
De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20625 |
kandijsuiker |
borstsuiker:
bossòkker (L318b Tungelroy),
geborde suiker:
gebordje sòkker (L318b Tungelroy)
|
gebrande suiker || kandij aan een snoer
III-2-3
|