24120 |
barmsijs |
barmsijs:
barmsijs (L318b Tungelroy),
noordsijs:
noortsijs (L318b Tungelroy)
|
barmsijs || sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18173 |
barrevoets |
barrevoets:
Cfr. ook "Doâj kleijerdrachte van Tungelder"(tekstje over de oude klederdrachten in Tungelroy - echter zonder specifieke woordenschat; [misschien aanhalen in inl.?])
berreves (L318b Tungelroy)
|
blootsvoets
III-1-3
|
21781 |
bascule |
bascule:
boskuul (L318b Tungelroy),
voor het wegen van graan en varkens
baskuul (L318b Tungelroy)
|
Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)]
III-3-1
|
20878 |
basterdsuiker |
potsuiker:
potsòkker (L318b Tungelroy)
|
basterdsuiker
III-2-3
|
19313 |
bazige vrouw |
kapitein:
kapitein (L318b Tungelroy)
|
een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34501 |
bebroed bevrucht ei |
bebroed ei:
bǝbrø̄dj ęi̯ (L318b Tungelroy)
|
[N 19, 54c]
I-12
|
34500 |
bebroed onbevrucht ei |
vuil ei:
vūl ęi̯ (L318b Tungelroy)
|
[N 19, 54b]
I-12
|
19730 |
bed |
bed:
beͅt (L318b Tungelroy)
|
bed
III-2-1
|
19770 |
beddengoed |
dekken:
deͅkə (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
beddegoed
III-2-1
|
19392 |
beddenhemel |
hemel:
hemel (L318b Tungelroy),
hemelbed:
hemelbed (L318b Tungelroy)
|
Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|