e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koolwitje vlinder: vlinder (Tungelroy) koolwitje [DC 18 (1950)] III-4-2
koolzaad sloor: slūǝr (Tungelroy), sloorzaad: slūǝrzǭt (Tungelroy) Brassica napus L. subsp. oleifera. Naam voor het zaad en voor het hele gewas: een koolsoort die alleen om het oliehoudend zaad wordt geteeld. Het heeft felgele bloemen in de zomer. Vroeger werd het gemaaid en gedorst en werd het zaad geslagen om "smout" te verkrijgen. Vergelijk aflevering II.3, Molenaar, paragraaf Oliemolen, blz. 165-166. Vergelijk ook het lemma Koolraap: de soort gekweekt om de knol. Bij vliegop wordt opgegeven dat het een variëteit van koolzaad is; bij spoorzaad dat het als groenvoer wordt gebruikt. [JG 1a, 1b, 2b; monogr.] I-5
kooplustig koopachtig: kaupechtig (Tungelroy), koopziek: koupzeek (Tungelroy) graag kopend, kooplustig [greeg, koopachtig] [N 89 (1982)] III-3-1
kooplustige vrouw een gat in de hand hebben: met gaat in de handj (Tungelroy), slons: slons (Tungelroy) een vrouw die niet zuinig is [maakop, konkel] [N 89 (1982)] III-3-1
kooppenning handgeld: handj geldj (Tungelroy), handjgeldj (Tungelroy) het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] III-3-1
koopwaar koopwaar: koupwaar (Tungelroy), waar: waar (Tungelroy, ... ) die goederen die gekocht en verkocht kunnen worden [waar, koopwaar, spul, marchandise, kramerij, artikel] [N 89 (1982)] III-3-1
koorbank koorbank: koerbank (Tungelroy) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorgestoelte koorbanken: koerbenk (Tungelroy) Het koorgestoelte: het geheel van zitplaatsen op/in het koor, meestal bestaande uit oplopende banken, bestemd voor monniken of kanunniken. [N 96A (1989)] III-3-3
koorhemd rochet (fr.): rochet (Tungelroy), superplie: superplie (Tungelroy) Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorkap koorkap: koerkap (Tungelroy) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3