20790 |
beschuit |
beschuit:
besjuût (L318b Tungelroy)
|
beschuit
III-2-3
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muisjes:
besjuut mét muuskes (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
Syst. WBD
besjuut met muuskes (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
beschuit met muizenkeuteltjes:
Syst. WBD
besjuut met moezekeutelkes (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
besjuutepap (L318b Tungelroy),
Syst. WBD
besjuutepap (L318b Tungelroy)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
bellen:
bɛlǝ (L318b Tungelroy)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
21730 |
beslag |
beslag:
beslaag (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31614 |
beslaghamer, hoefhamer |
klauwhamer:
klawhāmǝr (L318b Tungelroy)
|
Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.]
II-11
|
19285 |
beslissen |
bescheid doen:
besjreid doon (L318b Tungelroy),
beslissen:
beslisse (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
uitmaken:
oetmake (L318b Tungelroy)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23937 |
besloten tijd |
gesloten tijd:
geslote tied (L318b Tungelroy)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21673 |
besteden |
besteden:
besteeje (L318b Tungelroy),
besteje (L318b Tungelroy),
verteren:
vertere (L318b Tungelroy)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
besteken:
eeme bestèèke (L318b Tungelroy),
schenken:
schinke (L318b Tungelroy),
sjinke (L318b Tungelroy)
|
Iemand een geschenk geven, b.v. op naamfeest of verjaardag. || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|