e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuit beschuit: besjuût (Tungelroy) beschuit III-2-3
beschuit met muisjes beschuit met muisjes: besjuut mét muuskes (Tungelroy, ... ), Syst. WBD  besjuut met muuskes (Tungelroy, ... ), beschuit met muizenkeuteltjes: Syst. WBD  besjuut met moezekeutelkes (Tungelroy, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitpap beschuitenpap: besjuutepap (Tungelroy), Syst. WBD  besjuutepap (Tungelroy) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant bellen: bɛlǝ (Tungelroy) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
beslag beslag: beslaag (Tungelroy, ... ) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
beslaghamer, hoefhamer klauwhamer: klawhāmǝr (Tungelroy) Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.] II-11
beslissen bescheid doen: besjreid doon (Tungelroy), beslissen: beslisse (Tungelroy, ... ), uitmaken: oetmake (Tungelroy) iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)] III-1-4
besloten tijd gesloten tijd: geslote tied (Tungelroy) De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)] III-3-3
besteden besteden: besteeje (Tungelroy), besteje (Tungelroy), verteren: vertere (Tungelroy) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1
besteken besteken: eeme bestèèke (Tungelroy), schenken: schinke (Tungelroy), sjinke (Tungelroy) Iemand een geschenk geven, b.v. op naamfeest of verjaardag. || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] III-3-1, III-3-2