23044 |
beugelbal |
beugelsbal:
(fig.): [Met afbeelding].
beugelsbâl (L318b Tungelroy)
|
Beugelbal (van hout, met doorsnede van ca. 18 cm).
III-3-2
|
22421 |
beugelen |
beugelen:
beugele (L318b Tungelroy),
Ouderwets spel met houten ballen en slaghout, door 2 à 4 man in een perk (beugelbaan) gespeeld.
beugele (L318b Tungelroy)
|
Beugelen. || Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22422 |
beugelring |
beugelpoort:
beugelport (L318b Tungelroy),
beugelring:
beugelrînk (L318b Tungelroy),
poort:
port (L318b Tungelroy),
ring:
rink (L318b Tungelroy)
|
Beugelring, stalen ring met pen bevestigd in onderliggende boomstronk, waardoor de bal moet worden geslagen. || De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23046 |
beugelspel add. |
vijf voor hebben:
Ook in het voordeel zijn.
viêf veur hèbbe (L318b Tungelroy)
|
Een voorsprong hebben van vijf bij het beugelspel.
III-3-2
|
24561 |
beuk |
beuk:
beûk (L318b Tungelroy),
-
beuk (L318b Tungelroy)
|
beuk || beuk (Fagus) [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukennootje:
beûkenuëtje (L318b Tungelroy),
-
beuke neutjes (L318b Tungelroy)
|
beukennootje [DC 39 (1965)] || beukenootje
III-4-3
|
21023 |
beurs |
onder de toren:
oonger de toore (L318b Tungelroy)
|
De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
overrijp:
euverriëep (L318b Tungelroy)
|
Hoe noemt u: vruchten die overrijp zijn van binnen (beurs, buikziek?) [N 72 (1975)]
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
een kindje kopen:
ei kintje kaupe (L318b Tungelroy),
een kindje krijgen:
ei kinje kriege (L318b Tungelroy),
inkopen:
inkoupe (L318b Tungelroy),
krijgen:
krìege (L318b Tungelroy),
overkomen:
euverkóóme (L318b Tungelroy)
|
bevallen, baren || Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] || een kind krijgen
III-2-2
|
19259 |
bevel |
bevel:
bevel (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|