19258 |
bevelen |
commanderen:
commendere (L318b Tungelroy),
kommedere (L318b Tungelroy),
commanderen (<fr.):
commendere (L318b Tungelroy),
kommedere (L318b Tungelroy),
opdragen:
opdrage (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
ordonneren:
ordenere (L318b Tungelroy),
ordonneren (<fr.):
ordenere (L318b Tungelroy)
|
iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
34498 |
bevruchten |
treden:
trē̜i̯ǝ (L318b Tungelroy)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerden:
vōrden (L318b Tungelroy),
voerderij:
[voerderij] (L318b Tungelroy),
voerhoek:
vōrhōk (L318b Tungelroy)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
19238 |
bewerkelijk (zijn) |
lastig:
lestig (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dōrslǭn (L318b Tungelroy),
rolllen:
rǫlǝ (L318b Tungelroy)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
23560 |
bewieroken |
wieroken:
wiereke (L318b Tungelroy)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
gewolkt:
gewolktj (L318b Tungelroy),
wolken:
wolke (L318b Tungelroy)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
overlopen lucht:
de locht, de hemel is euverloupe de zuust gein sterre (L318b Tungelroy)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
bezadigd:
bezadigdj (L318b Tungelroy),
doodgemoedereerd:
doedgemoedereerdj (L318b Tungelroy),
gemoedelijk:
gemoedelik (L318b Tungelroy),
gemoedereerd:
gemoedereerdj (L318b Tungelroy)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bē.sǝm (L318b Tungelroy),
bezem:
bezem (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|