e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bidprentje doodsprentje: doedsprentje (Tungelroy), doedsprintje (Tungelroy) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bidstoel: baedstool (Tungelroy) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond bede-uur: baejoor (Tungelroy) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: beecht (Tungelroy) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biechten: beechte (Tungelroy) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtbriefje biechtbriefje: beechtbreefke (Tungelroy) Een biechtbriefje, het bewijs dat men de Paasbiecht had gehouden [biechbrifje]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechteling biechteling: beechteling (Tungelroy), penitent (<fr.): paenitent (Tungelroy) De biechteling, de gelovige die gaat biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) te biechte gaan: te beechte goan (Tungelroy), zich biechten (gaan): zich beechte (Tungelroy) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtpenning biechtpenning: beechtpenning (Tungelroy) De vrije gift na de biecht aan de pastoor tot kerkelijk onderhoud bestemd, biechtpenning. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: beechstool (Tungelroy) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3