| 17832 |
rusten |
rusten:
zich röste (L318b Tungelroy),
schaften:
sjafte (L318b Tungelroy),
schoften:
sjoft (L318b Tungelroy)
|
rusten || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21708 |
rusthuis |
oudemannetjeshuis:
ooj menkeshoes (L318b Tungelroy)
|
een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18119 |
ruw |
schraal:
sjraol (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
wreed:
vrieë hoêd (L318b Tungelroy),
vrīēw (L318b Tungelroy)
|
Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] || ruwe huid
III-1-2
|
| 21364 |
ruw, hard |
hard:
haard (L318b Tungelroy),
ruw:
roew (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 29731 |
ruwe stenen |
zonnebakkers:
zǫnǝbɛkǝr (L318b Tungelroy),
zǫnǝbɛkǝrs (L318b Tungelroy)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|
| 21292 |
ruzie |
actie:
actie (L318b Tungelroy),
ruzie:
ruzie (L318b Tungelroy),
ruziej (L318b Tungelroy),
ruzing:
ruzing (L318b Tungelroy)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21291 |
ruzie maken |
herrin:
herriën (L318b Tungelroy),
ruzie maken:
ruzie make (L318b Tungelroy)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21081 |
sabbelen |
sabbelen:
sabbele (L318b Tungelroy),
sabberen:
sabbere (L318b Tungelroy)
|
sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
| 23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sacrementsdaag (L318b Tungelroy)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sakrementsprecessie (L318b Tungelroy)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|