23321 |
sacristie |
sacristie:
sakkustiej (L318b Tungelroy)
|
Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24372 |
salamander |
ekvis:
eekvis (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
24746 |
salomonszegel |
salomonszegel:
als in ABN
salomonszegel (L318b Tungelroy)
|
salomonszegel [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
20114 |
salvia splendens |
salvia:
salvia (L318b Tungelroy)
|
Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: salvia splendens [N 73 (1975)]
III-2-1
|
21332 |
samenspannen |
heulen:
heule (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
houden:
houje (L318b Tungelroy)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sanctus (L318b Tungelroy)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18294 |
sandaal |
open schoen:
oope sjoon (L318b Tungelroy),
sandaal:
sandaal (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20030 |
sanseveria |
sanseveria:
sanseveria (L318b Tungelroy)
|
Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: sansevieria [N 73 (1975)]
III-2-1
|
24682 |
sap in planten |
sap:
WLD
saap (L318b Tungelroy)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
sap:
WLD
saap (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|