24822 |
sterven van een plant |
afsterven:
aafsterve (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
kapot gaan:
kepot gaon (L318b Tungelroy)
|
sterven van een plant [N 38 (1971)]
III-4-3
|
25195 |
sterx |
ster:
(sterke-sterre).
ster (L318b Tungelroy)
|
ster (hemellichaam)
III-4-4
|
29981 |
steunklos |
klos:
klǫs (L318b Tungelroy),
steunklos:
stø̄nklǫs (L318b Tungelroy)
|
Houten klos die op de staander wordt gespijkerd. Op de klos rust de optopper, waarmee de steiger wordt verlengd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5c; monogr.]
II-9
|
34622 |
steunpaal voor opgeslagen hoogkar |
karmik:
kɛrmek (L318b Tungelroy),
steunt:
stø̄nt (L318b Tungelroy)
|
Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82]
I-13
|
21116 |
stevig, gezegd van voedsel |
goed:
goje (L318b Tungelroy),
stevig:
stevig (L318b Tungelroy)
|
stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
20341 |
stiefkinderen |
stiefkind:
steegkîndj (L318b Tungelroy)
|
stiefkind
III-2-2
|
20340 |
stiefmoeder |
stiefmoeder:
steegmoôder (L318b Tungelroy)
|
stiefmoeder
III-2-2
|
20339 |
stiefvader |
stiefvader:
steegvaâder (L318b Tungelroy)
|
stiefvader
III-2-2
|
19308 |
stiekem |
achterbaks:
achterbaks (L318b Tungelroy),
geniepig:
geniepig (L318b Tungelroy),
heimelijk:
heimelik (L318b Tungelroy),
oneerlijk:
onīērlik (L318b Tungelroy),
stiekem:
stiekem (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
stiekum (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] || oneerlijk, achterbakse slinkse streken [linken, slenters, slingers, slenders, list, draaiers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20579 |
stiekem eten |
knibbelen:
knibbele (L318b Tungelroy),
sneuken:
overal aan
snuike (L318b Tungelroy)
|
stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|