34018 |
stilstaan |
ju(j):
jȳi̯ (L318b Tungelroy)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
17738 |
stinken |
ruiken:
ruuke (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
stinken:
stinke (L318b Tungelroy),
stînke (L318b Tungelroy)
|
stinken || Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24565 |
stinkende gouwe |
duivelsmelk:
duûvelsmellek (L318b Tungelroy),
-
duûvelsmellek (L318b Tungelroy),
schildkruid:
sjildjkroed (L318b Tungelroy)
|
stinkende gouwe || Stinkende gouwe (chelidonium majus 30 tot 90 cm grote, behaarde plant. De bladeren zijn diep ingesneden, soms bijna samengesteld, met grof gekartelde blaadjes, de onderkant is blauwgroen; de bloemen groeien in schermen, met 4 gele kroonbladeren en 2 spo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
31693 |
stobbe |
boks:
bǫks (L318b Tungelroy)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
19708 |
stoel |
stoel:
stōl (L318b Tungelroy)
|
stoel
III-2-1
|
19831 |
stoelpoot |
stumpel:
stø.mpəl (L318b Tungelroy)
|
tafel- of stoelpoot
III-2-1
|
21226 |
stoep |
stoep:
stoep (L318b Tungelroy)
|
stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
18775 |
stof |
pof:
pof (L318b Tungelroy),
stof:
stòf (L318b Tungelroy)
|
stof [DC 23 (1953)] || stof (textiel)
III-1-3, III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
poetsen:
poetse (L318b Tungelroy),
stof vegen:
stoof vaege (L318b Tungelroy)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24928 |
stof, zandx |
muf:
Vb. t waas hoâl e mauw! (t was niets dan rul zand!).
mauw (L318b Tungelroy),
pof:
pòf (L318b Tungelroy),
stof:
stoof (L318b Tungelroy),
stòf (L318b Tungelroy)
|
rul zand, stuifzand, stof || stof (in het huishouden)
III-4-4
|