e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Tungelroy, ... ), bliksum (Tungelroy), weerlicht: waerleecht (Tungelroy), weerleecht (Tungelroy), wéérleecht (Tungelroy), zweep: zweep (Tungelroy) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemflits, weerlicht || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || zwiep, flits III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksimaafleier (Tungelroy), bliksumaafleijer (Tungelroy) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: bliksemtj (Tungelroy), ’t bliksemtj (Tungelroy), (bliksemdje-gebliksemdj). Vb. door de bliksem geslaage (door de bliksem getroffen).  blikseme (Tungelroy), weerlichten: ’t wéérleechtj (Tungelroy) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemen, weerlichten III-4-4
blind anker blind anker: blentj˱ aŋkǝr (Tungelroy) Muuranker dat aan de buitenzijde van de muur niet zichtbaar is. [N 31, 39; N 54, 123a] II-9
blinde vink blinde vink: blindj vinke (Tungelroy) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] III-2-3
blindemannetje spelen blindemannetje: blinjemenke (Tungelroy), blindmannetje: blindjmenneke (Tungelroy) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: bleenke (Tungelroy) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Tungelroy, ... ) bloed [N 10 (1961)] III-1-1
bloed roeren kloppen: klǫpǝ (Tungelroy), roeren: rø̄rǝ (Tungelroy) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Tungelroy) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11