33596 |
tuinmelde |
melde:
WLD
(melde) (L318b Tungelroy),
melie:
WLD
melië (L318b Tungelroy)
|
Tuinmelde; (attriplex hortensis) een eenjarig kruid met hartvormige onderste en langwerpige middelste bladeren; vroeger als groente en specerij gebruikt (malum, manne, mel). [N 82 (1981)]
I-7
|
30188 |
tuinmuur |
muur:
mōr (L318b Tungelroy),
tuinmuur:
tūnmōr (L318b Tungelroy),
tuinwand:
tȳnwantj (L318b Tungelroy)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
19512 |
tuit |
tuit:
tuit (L318b Tungelroy),
tuitel:
tuitel (L318b Tungelroy),
tøͅi̯təl (L318b Tungelroy)
|
tuit || tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20746 |
tulband |
tulband:
tulbandj (L318b Tungelroy),
Syst. WBD
tulbantj (L318b Tungelroy),
turkse muts:
Syst. WBD
törkse möts (L318b Tungelroy)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20036 |
tulp |
tulp:
tölp (L318b Tungelroy)
|
Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende knol- en bolgewassen: tulipa (tulp) [N 73 (1975)]
III-2-1
|
24259 |
tureluur |
tureluur:
tuureluur (L318b Tungelroy),
tuurelûûr (L318b Tungelroy)
|
tureluur || tureluur (28 minder algemeen dan grutto [111]; lijkt wel een kleine bruine uitgave ervan met rode pootjes en snavel; roep [tuu-tu-tu] en [teluuje, teluuje] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34604 |
turfhekken |
hekken:
hękǝ (L318b Tungelroy
[(mv hękǝs)]
)
|
Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c]
I-13
|
26795 |
turfspa |
bollespade:
bōlǝspāj (L318b Tungelroy),
peelspade:
pilspāj (L318b Tungelroy),
spa(de):
spāj (L318b Tungelroy)
|
Afhankelijk van de plaats de gebruikelijke schop om turf te steken. In het algemeen een schop met een blad zo breed als een turf breed is en lang als een turf lang is of kan zijn. [N 18, 17; I, 55; monogr.]
II-4
|
34204 |
tussenklauwontsteking |
slak:
slɛk (L318b Tungelroy)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21618 |
twee centiem |
belse cent:
belse sent (L318b Tungelroy)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|