e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slikken slikken: sjlikke (Ubachsberg) slikken; Hoe noemt U: Voedsel of drank door de keel uit de mond naar de maag brengen (slikken, slokken, halzen) [N 80 (1980)] III-2-3
slip sleep: sjléép (Ubachsberg), slip: sjlip (Ubachsberg) afhangend eind van een kledingstuk [slip, klamp] [N 86 (1981)] III-1-3
slok slok: sjlŏĕk (Ubachsberg) teug; Hoe noemt U: De hoeveelheid drank of vloeistof die men in een keer in de mond neemt en doorslikt (teug, slok, zjats) [N 80 (1980)] III-2-3
slokdarm gorgel: der gorgel (Ubachsberg) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1
sluik haar snakke krullen: spottend  sjnakke królle (Ubachsberg) recht, sluik haar [N 10 (1961)] III-1-1
sluimeren sluimeren: sjloemere (Ubachsberg) sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)] III-1-2
sluitspeld dubbelspang: dōēbel sjpang (Ubachsberg) sluitspeld; speld waarvan de punt wordt vastgezet in een dopje of haakje zodat men zich daaraan niet kan bezeren, voor de luier [toespeld, knipspeld, bakelspeld] [N 86 (1981)] III-2-2
slurpen slurpen: sjlurpə (Ubachsberg) slurpen; Hoe noemt U: Drank of vloeibaar voedsel hoorbaar opzuigen (slorpen, slurpen, slierpen, lerpen, lerwen, zabberen, slobberen) [N 80 (1980)] III-2-3
smaak smaak: miene sjmaak is bedorve van dè rotte appel (Ubachsberg) smaak: mijn smaak is bedorven door die rotte appel [N 10 (1961)] III-1-1
smakken smetsen: sjmètsə (Ubachsberg) smakken; Hoe noemt U: Hoorbaar eten, een klappend geluid maken met de lippen of de tong bij het eten (smakken, smekken, smiksen) [N 80 (1980)] III-2-3